zaterdag 15 juni 2013

Het AMBER Alert

Mijn telefoon geeft een trilling en licht op. Ik pak hem automatisch en kijk wat er op mijn scherm staat. Het zal wel een mailtje, FB-bericht of what’s app zijn. Maar dat was het niet, het was een Amber Alert. Onbewust schrik ik er toch van. Laat ik meteen zeggen dat ik mij niet voor niets bij de dienst heb aangemeld. Ik vind het zéér belangrijk dat het bestaat, maar de rillingen lopen over mijn rug als ik het bericht lees. Een jongetje van 4 jaar, ontvoerd.

Voorheen, en dan bedoel ik natuurlijk voordat ik moeder was, vond ik de berichten al ongelooflijk naar om te lezen. Nu ik zelf een kleine dame heb rondkruipen, is dat gevoel enkel versterkt.
Het kan mij ook gebeuren, dat er iets met mijn dochter gebeurt. Die gedachte druk ik net zo abrupt weg als dat hij komt opzetten. Want als je daarvan uitgaat, zet je geen stap meer buiten de deur.
Maar jemig wat zullen die ouders zich vreselijk voelen en zich geen raad weten.

Ik bekijk de melding ook online om een foto van het jongetje te kunnen zien. Een stralend koppie met blond haar. Het bah, hoe kan dat nou zo’n ontvoering.
Ik zeg tegen mijn lief dat ik een Amber Alert kreeg. Hij bekijkt ook meteen de site. Hij concludeert dat het zo vast op Nederland 1 in beeld zal komen, wat even later ook gebeurt. Ze hebben een signalement van de auto en het wordt ook weergeven op de matrixborden boven de snelwegen. Het wordt groots aangepakt, zo lijkt het.

Ik zeg hardop dat het steeds vaker lijkt te gebeuren. Zoveel kindjes die verdwijnen. Amber Alerts en ook steeds vaker meldingen via Facebook. Ouders die oproepen plaatsen omtrent hun kinderen en vragen deze melding te delen. Van de week zag ik er nog één voorbij komen over een meid die onderweg naar huis verdween. Verschrikkelijk.  
Mijn vriend zegt dat hij hoopt dat mensen er niet moe van worden, van die meldingen. Omdat het steeds vaker voor lijkt te komen, dat mensen het minder serieus nemen. O, daar heb je weer zo’n melding. Wij hopen van niet. Want elk kind dat wordt vermist is er één teveel.

Lynn kijkt mij glimlachend aan als ik opkijk van mijn telefoon. Ze zit heerlijk te spelen met de afstandsbediening van de televisie. Hierbij neemt ze programma’s op, pauzeert de zender die ze kijkt en zet het geluid harder en zachter. Dit alles overigens geheel op de gok en onbewust. Vervolgens zet ze zelf de televisie uit om verbaast naar het zwarte scherm te kijken, wie dat deed. Gebiologeerd kijkt ze naar het scherm dat ineens, door papa, weer op beeld springt. Ze lacht en blijft vrolijk alle knoppen tegelijk indrukken.

Als ik zo naar haar kijk besef ik me hoe kwetsbaar ze is, en hoe sterk mijn drang is om haar tegen al het kwade te beschermen. Of dit nu gaat om een griepje, vallen of groot gevaar. Dat dit een onmogelijke klus is en ik op den duur mijn kleine dame los moet laten weet ik diep van binnen. Maar jemig, het is ons kostbaarste bezit.

Alle ouders die ooit een kind hebben moeten missen of hebben verloren. Ik kan mij er werkelijk niets bij voorstellen, maar iets ergers dan dat kan ik mij niet indenken. Ik lees even later dat hij weer is teruggevonden. Ontvoerd door zijn eigen vader, maar in goede gezondheid. Onbegrijpelijk, maar wat fijn dat hij terecht is en naar huis kan.
Daar waar kinderen horen te zijn, thuis, in een veilige en warme omgeving. Ik hield Lynn vanavond net even iets langer vast toen ze op mijn borst in slaap viel, voordat ik haar in haar ledikant legde.

Want je kind zo dichtbij je hebben is het fijnste wat er is.

Geen opmerkingen: