Het begint vanaf de seconde dat je baby wordt geboren. Ik
vind Lynn de mooiste baby ter wereld, maar welke moeder vindt dit nou niet van
haar kleine. Daarmee begint de strijd.
De grootste strijd wordt geleverd met medemoeders of
juist vrouwen die niet meer in aanmerking komen voor het moederschap en volwassen kinderen hebben.Ik probeer er doorgaans niet op in te gaan dan wel het te negeren, maar soms kan je er niet omheen.
Een new born moeder, zeg even de eerste 9 maanden, is het
ergste soort. Ik ben mij ervan bewust dat ik ook tot deze groep behoor. De new
born moeder is deels onzeker over de baby en wordt deels onzeker gemaakt door
andere moeders. De baby moet het namelijk wel goed doen. Zo worden er stapels
boeken ingeslagen, ook bij mij staan ze op de plank, om de groei en bloei van
hun kind in de gaten te houden. Geen probleem, tot het een wedstrijdje ‘welke
baby kan het meest’ wordt.
En dan begint het feest. Het lijkt interesse, maar er
schuilt een strijd. De standaard zin begint met ‘Kan ze al …’. De drie puntjes
zijn vrij invulbaar. De eerste week ging het om warm houden en hoeveelheid melk.
Later wordt het lachen en geluidjes maken.
Welke baby kan wat het eerst, iets om doodmoe van te
worden. Gelukkig ben je als moeder, zoals ik eerder benoemde, nog niet moe
genoeg.
Ik probeer te kijken naar wat Lynn doet, wat ze kan en
niet zozeer naar wat ze volgens de boeken nog niet gedaan heeft. Maar dan komen
de vragen. ‘Slaapt ze al door?’ is er één die ik regelmatig voor mijn kiezen
krijg. Als ik dan antwoord met ‘nee’ of ‘af en toe’ krijg ik meestal een heel
monoloog over hoe de andere baby na een week al doorsliep. Dronk Lynn de eerste
tien weken borstvoeding, drinkt deze baby nog altijd volop borstvoeding en zou
ze niet anders willen.
Lynn rolt nog niet om, alle andere baby’s van 6 maanden
doen dit wel. Ik probeer mij dan maar te bedenken dat ze net als haar moeder
een beetje dwars is.
Je hebt ook nog de moeders met oudere/volwassen kinderen. De ene
helft roept bij alles wat Lynn nog niet gedaan heeft, ‘komt vanzelf joh, maak
je niet druk’. Dat is heel fijn! Geen druk en vooral geen stress. De andere
helft lijkt te beseffen zelf nooit meer de controle te hebben over de opvoeding
van een baby en zich dus met die van mij te bemoeien. Zo vroeg een moeder mij
na drie maanden of Lynn al hapjes at. Ik gaf aan dat dit pas vanaf 4 maanden
mag. Met de tijd lijkt ook het realiteitsbesef verloren te gaan want één moeder
zei mij letterlijk dat haar kleine, inmiddels 28, met 6 maanden al mee at met
het gezin. Ik moest lachen en mijzelf inhouden niet te vragen of de biefstuk de
kleine smaakte op die leeftijd.
Dat zijn van die momenten dat ik mijzelf beloof mij niet
meer op te laten jutten. En om af te sluiten hier een klein staaltje
opschepwerk van mijn kant. Al zie ik het zelf als trots. Lynn doet het goed,
drinkt goed, eet hapjes met smaak, groeit gestaag, lacht regelmatig, kan zelf
een half uurtje spelen in de box, kan rechtop zitten met een beetje hulp, huilt af en toe heel hard maar
lijkt een hele blije baby te zijn. Wat wil een moeder nog meer?!
2 opmerkingen:
Heel herkenbaar verhaal! Ik denk altijd maar zo, ieder kind volgt zijn/ haar eigen lijn. Er staan niet voor niks gemiddelden in die boeken aan gegeven;-)
Enne... Onze dames zijn zeker de mooisten:-P
X Myrthe
Hoi Mirjana,
dit is inderdaad heel herkenbaar. en geloof me het houd niet op. zelfs op het consultatiebureau gaat de arts er over door. Camiel is bijna 4 nu en moest voor zijn laatste controle (thank god) nou.... dat was weer feest hoor. Hij had geen zin in de ogentest. (ik heb gewoon een kind met een eigen wil) nou had ik volgens de arts meteen een kind met gedragsproblemen. :S
maar probeer je er inderdaad niets van aan te trekken. hoe moeilijk dat ook is.
Je doet het prima!!! en iedereen op zijn eigen manier.
Dikke kus Martine Kuipers
Een reactie posten